De geschiedenis van televisie en het kijkonderzoek in Nederland
Hij is nu niet meer uit de huiskamers weg te denken: de televisie. De geschiedenis van de Nederlandse televisie begon eind jaren twintig van de 20 e eeuw toen de eerste Nederlandse experimenten met de televisie werden uitgevoerd. Begin jaren vijftig was er de eerste tv-uitzending. Het duurde tot 1965 voordat het televisiegebruik systematisch gemeten werd. De televisie had op dat moment een belangrijke plek ingenomen in een groeiend aantal huishoudens. Dit riep vragen op zoals: welke rol vervult televisie in het leven van mensen, waar kijken ze naar en hoe verhoudt zich het gebruik van televisie tot het gebruik van radio? In 1965 begon het dagelijks meten van televisiekijkgedrag in ons land. Het is daarmee het langstlopende sociaalwetenschappelijke onderzoek in Nederland.

Reis mee door de tijd


1948

Met ingang van 1948 promoot Philips de televisie in Nederland en in de loop van de jaren vijftig verovert hij zijn plaats in het gezin. Later wordt met een groeiend aantal zenders onze blik op de wereld verbreed.

1949

De officiële introductie van het televisietoestel in Nederland.

1951

De eerste tv-uitzending, op Nederland 1: De toverspiegel.

1961

1 miljoen toestellen in gebruik en ruim 20 uur per week aan uitzendingen.

1964

Tot 1964 was er één kanaal. In dit jaar komt de zender Nederland 2 erbij.

1965

Het onderzoek naar televisiekijkgedrag in Nederland start op 2 januari 1965 en is in handen van Intomart in Hilversum. Tot 1987 wordt het kijkgedrag gemeten met behulp van een dagboek. Wekelijks krijgt elk van de 1.500 panelleden van 15 jaar en ouder een dagboekje toegestuurd waarin alle programma's van Nederland 1 en Nederland 2 vermeld staan. Als panellid kruis je de programma's aan die je voor minstens de helft hebt gezien en je geeft een waardering met een rapportcijfer. Ongeveer twee weken na de uitzending worden de kijkdichtheid en waardering van de programma's gerapporteerd.

1966

Vanaf 1966 vindt naast de meting via dagboekjes ook een elektronische meting plaats op toestelniveau. Via de zenders Nederland 1 en 2 wordt elke vijf minuten een geluidssignaal meegezonden en tijdens reclame elke vijftien seconden. Dit signaal kan worden opgevangen door een op het televisietoestel aangesloten meter. Wanneer het televisietoestel aanstaat wordt dit signaal op een audiocassette in de meter opgenomen. Deze cassette wordt elke week vervangen.

1967

Uitzending eerste reclame door Ster (Stichting Ether Reclame) en introductie van de kleurentelevisie in Nederland.

1970

Vrijwel elk gezin in Nederland is in het bezit van een zwart-wit televisie en in sommige huishoudens is de kleurentelevisie al doorgedrongen. In dit jaar werden ook de eerste reclames in kleur uitgezonden.

1987

Door de toename van het aantal te ontvangen buitenlandse en Nederlandse televisiezenders komt er in de jaren tachtig behoefte aan een methode die meer zenders kan registreren. Ook willen de belanghebbenden het kijkgedrag sneller en gedetailleerder meten en rapporteren. In 1987 wordt het kijkgedrag voor het eerst gemeten met een elektronisch meetsysteem waarbij elk panellid zich met behulp van een afstandsbediening aan- en af dient te melden (people meter).

1988

Start uitzending Nederland 3.

1989

Start uitzending door eerste commerciële zender RTL-Véronique (in 1990 gewijzigd in RTL 4).

1993

Introductie dagtelevisie en RTL 5 start met uitzenden.

2001

Het waarderingsonderzoek van de publieke omroep wordt in een apart onderzoek voortgezet.

2002

Op 1 januari 2002 gaat het kijkonderzoek -dat tot dan toe Continu KijkOnderzoek (CKO) werd genoemd- over in het kijkonderzoek van Stichting KijkOnderzoek (SKO). Op die datum is het kijkonderzoek van start gegaan, zoals dat momenteel nog steeds uitgevoerd wordt. In Nederland hebben zo’n 1.250 huishoudens een kijkmeter in huis, een kastje dat bijhoudt op welke zender de tv staat afgestemd. De leden van het huishouden moeten zich aan- en afmelden met een speciale afstandsbediening, telkens als zij beginnen of stoppen met kijken. De voordelen van dit systeem zijn evident: het levert een zeer gedetailleerd inzicht in het kijkgedrag van alle zenders, met ook nog eens talloze analysemogelijkheden.

2006

De analoge televisiezenders van de publieke omroep worden uitgeschakeld. Digitale etherontvangst is niet meer gecodeerd en dus gratis.

2008

Start rapportage van uitgesteld kijken door SKO. Het terugkijken op de dag van uitzending of het terugkijken in één van de 6 opvolgende dagen wordt met ingang van dit jaar in de prestaties van de zender meegerekend.

2009

De publieke omroep begint met uitzendingen in hoge definitie (HDTV)

2015

Naarmate het live en on demand kijken van video content via internet toeneemt, is het van belang dat ook dit online kijkgedrag goed in kaart wordt gebracht. Om het online kijken goed te kunnen meten wordt het SKO Online Panel opgezet. Dit panel bestaat uit 5.000 personen van 6 jaar of ouder. Binnen dit panel wordt het online kijkgedrag op alle devices (desktop, laptop, tablet en smartphone) van alle personen in het huishouden gemeten. In totaal betreft het circa 9.500 devices. De opzet en het onderhoud van het panel is in handen van TNS Nipo en Kantar Media.

2018

Het laatste volledige jaar waarover online kijkcijfers beschikbaar zijn is 2018. In 2019 is gestopt met het rapporteren van de online kijkcijfers op basis van het Online Panel.

2019

SKO blijft wel de zogenaamde Online TV & Video cijfers (OTV) rapporteren. In deze meting wordt o.a. het aantal gestarte streams bijgehouden. Het gaat om gestarte streams via computers, tablets, smartphones, Smart TV apps (inclusief streams gecast naar televisieschermen) en overige devices. De OTV-rapportages zijn hier te raadplegen.

2021

Onder de nieuwe naam Nationaal Media Onderzoek (NMO) wordt het bereik van televisie, radio, print en online gemeten. Het zal de bestaande standaarden vervangen, waarbij elk afzonderlijk bereiksonderzoek vernieuwd en sterk verbeterd wordt. De crossmediale opzet van het nieuwe onderzoek is een wereldprimeur. Nog niet eerder werden kijken, luisteren, lezen en overige online mediaconsumptie gezamenlijk gemeten en gerapporteerd.


© 2023 Nationaal Media Onderzoek